Loli Phabay

Tabs

Aan de slag

Algemeen

Met deze kinderkoorpagina bevinden we ons in zigeunersferen. Sebastiaan Van Steenberge (°1974) baseerde zich voor tekst en melodie op het lied Loli Phabay (de rode appel). De tekst met vertaling ‘In de caravan is er geen vloer, ik heb geen vriendje, maar ik snij deze rode appel in 2, één stuk voor jou, een stuk voor mij’ bezingt treffend – liefdevol én wrang - de essentie van het bestaan bij veel Romagezinnen. Van Steenberge verwerkt de balkanmelodie tot een interessante tweestemmige kinderkoorcompositie. 

Het speelse zigeunerkarakter van Loli Phabay komt tot stand door het gebruik van niet alledaagse melodieën en toonladders. Er gaat een nieuwe klankwereld open voor de kinderkoorzangers. Loli Phabay op één repetitie aanleren is niet evident en dat hoeft ook helemaal niet. Deze aan de slag is opgebouwd uit suggesties voor korte momenten tijdens de repetitie. Je kan elke repetitie een nieuw stukje van de puzzel behandelen, in een tempo dat geschikt is voor jouw koor. Als er een nieuwe passage gekend is, kan je terugkoppelen naar het geheel. Elke week groeit het vertrouwen van de zangers en de compositie komt geleidelijk aan tot stand.

Een opwarmingsoefening

De passage van m. 13 tot 18 leent zich goed als opwarmingsoefening. De eerste en de tweede stem zingen steeds dezelfde melodie in wisselzang, telkens een halve toon lager. Als je de koorzangers deze passage in z'n geheel voorschotelt, zullen ze door het bos de bomen niet zien. Vereenvoudig ze, en het wordt plots een fluitje van een cent. Zing onderstaande segmenten traag voor op m, n of ng de koorzangers zingen meteen na. Deze oefening vergt veel concentratie, laat geen enkele fout passeren en laat de koorzangers ook luisteren naar de klank. Misschien kunnen ze zelf bijsturen door een andere letter te kiezen, een klinker kan natuurlijk ook. Wie weet kunnen geschoolde zangers de intervallen van de melodie achterhalen? Als het laatste segment helemaal goed zit, kan je hen uitdagen: dezelfde melodie een halve toon lager nu, en als dat lukt, nog een halve toon lager! Merken de zangers op dat de laatste noot steeds de nieuwe eerste is? Ga zo door tot ze uiteindelijk op de mi belanden zoals in de compositie. De eerste en de tweede stem wisselen elkaar af. Nu komen het ritme en de articulatie erbij. De eerste vier noten worden legato gezongen en de laatste drie staccato. Op de staccato-noten komt vervolgens de tekst: Hop hop hop! en het plaatje is bijna compleet. Op deze manier maken de koorzangers spelenderwijs kennis met de zigeunerklankwereld van het werk. Wie van de zangers vindt deze melodie terug in de partituur? Ze zingen nu van het blad, maar eigenlijk kennen ze de melodie vanbuiten dus de tekst kan er gauw aan toegevoegd worden. Hebben ze ook hetzelfde materiaal in maat 41 opgemerkt? En weten ze ook wat ze zingen?

Thema

Het thema wordt in de eerste maten van de compositie voorgesteld. Zing het in zijn geheel voor en vertel over de betekenis van de tekst. Is het de zangers opgevallen dat ook in het thema staccato-noten voorkomen? Als je zangers geen noten kunnen lezen, kan je per twee maten met tekst voorzingen, de kinderen zingen meteen na. Als het goed lukt maak je de segmenten groter tot ze het ganse thema goed onder de knie hebben. Dan kan je gaan spelen met de wisselzang van maat 33 als het thema voor de derde keer weerklinkt. Je kan zelf de tweede stem zingen en de zangers vragen op welk woord ze de tweestemmigheid opmerken. Het thema komt nog een aantal keer voor in het werk, zij het gevarieerd. Laat de kinderen zelf zoeken. ‘Wat is er anders aan de melodie vanaf maat 19? Zoek de zes verschillen!’ Er werd een aanloopje van twee maten toegevoegd, het staccato is verdwenen, de hopjes aan het einde zitten melodisch anders in elkaar, de tekst is veranderd en daarbovenop verschijnt er een lyrische melodie in de tweede stem. ‘Vind je dan ook verschillen met deze tweede versie van het thema met dezelfde melodie in maat 47-56?’ Behalve dat het thema hier a capella gezongen wordt, niet. En in maat 65 krijgen we de pianobegeleiding er weer bij. Op deze manier oefenen de zangers het thema goed in, met alle mogelijke variaties. Ondertussen kennen de zangers dus het grootste deel van de compositie al, laat hen dat ook merken. ‘We beginnen bij het begin, zing wat je kent!’ De passages die nog niet zijn ingestudeerd (een tweede stem, een overgang of discant hier en daar) speelt de piano duidelijk mee.

De lyrische tweede stem

De lyrische tweede stem waarover hierboven sprake is, kan je met de zangers instuderen vanuit de stijgende octaafsprong op mi. Dan naar de kleine septiem en vervolgens naar de kleine sext. Daarna de dalende kwart vanaf de la en de uitbreiding daarop (zie m. 72). Je breidt verder uit, het begin erbij en de overgang, tot de hele tweede stem gekend is. De meest ervaren zangers nemen deze partij voor hun rekening als je de puzzel tweestemmig in elkaar laat vallen.

Canon

De componist brengt nieuw materiaal aan in maat 56. Het zijn twee keer drie maten die per tel canonisch gezongen worden. Speel een spelletje door de vier stukjes die steeds op hop hop hop eindigen (m. 57-58, m. 58-59, m. 62 - 63, m. 63 - 64) door elkaar voor te zingen. Je kan variëren naar dynamiek, tempo en karakter: van supersnel, over lekker lui naar dromerig zacht, mogelijkheden zat. Je kan de stukjes dan per drie maten nemen en in de juiste volgorde, met de juiste tekst en de juiste articulatie voorzingen. Uiteindelijk hoef je niet meer voor te zingen en nemen de zangers het van je over. Dan volgt de uitdaging: dit geheel nu in canon! Onderschat je zangers niet, kinderen gaan graag eens dieper in op een werk. Het is een uitdaging om stil te staan bij details en als de puzzelstukjes na een aantal repetities stilaan op hun plaats beginnen vallen, halen ze er ongetwijfeld veel voldoening uit. Hop, hop, hop, aan de slag! 

Deel deze pagina

Reageer op deze partituur

Login of registreer om te kunnen reageren